De lokale Natuurpunt-afdeling voor 's Gravenwezel, Schilde, Oelegem, Ranst, Wommelgem, Borsbeek, Borgerhout, Deurne en Wijnegem.

Gravinnenbos

Ligging

Schilde (14,3 ha)

Bijzonderheden

De naam “Graaf” in ’s Gravenwezel dateert uit de veertiende eeuw en zou refereren aan Graaf Janne en Graaf Woutere welke resideerden in de omgeving. (Bron : Heemkring De Drie Rozen.) Een directe link naar het Gravinnenbos kon niet gevonden worden. De gebieden in ’s Gravenwezel hebben toebehoord aan diverse adellijke families onder andere de familie d’Arschot Schoonhoven uit de zestiende eeuw. Uiteindelijk zouden de gronden via “De bestiering van de Godshuizen” , een voorloper van het OCMW bij het OCMW zijn  terechtgekomen (Bron : Margot Van Hellemont)

Het eerste gedeelte van het bos werd door Natuurpunt van het OCMW van Antwerpen aangekocht op 03 december 2018.  Het betrof het gebied tussen de Hofbeek, de Antitankgracht, de weg van de Hoge Haar en een dreef  door ons gekend als de Amerikaanse eikendreef. Dit stuk had een oppervlakte van 14,3 ha.

Dankzij het vertrouwen dat de aankoopdienst van Natuurpunt Schijnbeemden opbouwde kon een tweede deel in het gebied aangekocht worden. Hierdoor is de grootte van Gravinnenbos en Lage Haar samen thans bijna 52 ha en wordt begrensd door de Hofbeek en de Antitankgracht tot aan het Fort van ’s Gravenwezel (Schildestrand). De oppervlakte van het Gravinnenbos bedraagt thans 29 ha.

 Het Gravinnenbos stopt aan de private weg van de Hoge Haar en in het gebied zelf wordt de grens gevormd door de Kwekerijdreef.

Landschap

Het Gravinnenbos ligt in de deelgemeente ’s Gravenwezel. 

 De aangrenzende Antitankgracht (ATG) is een belangrijke levensader. Deze gracht werd voor de Tweede wereldoorlog gegraven ter bescherming van een mogelijke invasie van de Duitsers. 

De ganse regio is echter wel aan een ecologische ramp ontsnapt omdat de overheid een tijd met het idee heeft gespeeld om een duwvaartkanaal aan te leggen van het Albertkanaal tot aan de Antwerpse haven en dit te laten lopen via het traject van de ATG. 

In het gebied van het Gravinnenbos maar ook in de Lage Haar zijn nog restanten van militaire activiteiten uit de Interbellumperiode te vinden met name schutterskuilen en loopgrachten. Deze zijn echter, net als de bunkers en de forten, nooit actief geweest als verdedigingswal in WO II.

Uit die periode, en ook eerder, blijkt dat het gebied een open heidebegroeiing had en stukken grond die regelmatig onder water stonden (de beemden). De lokale Kempische landbouwers die hier trachten een leven te leiden hadden het enorm zwaar. De arme grond stelde hen enkel in de mogelijkheid om met een kudde schapen of geiten in hun onderhoud te voorzien. Na de oorlog werd het gebied echter gesaneerd door rabatstructuren te creëren: evenwijdig gegraven greppels  evenwijdig aan elkaar en uitkomend in een beek, in dit geval de Hofbeek of de Zwanebeek.

 In het Gravinnenbos zijn verschillende percelen aangeplant van onder andere Douglasspar, Zwarte en Grove den, inlandse eiken maar ook Amerikaanse eik. De oorspronkelijke vegetatie geeft zich echter niet gewonnen, wat maakt dat we op een aantal locaties in het Gravinnenbos vaststellen dat Gagel en heiderelicten zich terug manifesteren. 

Beheer

Onze taak bestaat erin  om een evenwicht te vinden tussen de oorspronkelijke vegetatie en de stukken die door de vroegere generaties werden aangeplant en bewerkt. Er is  echter nog veel werk aan de waterhuishouding. De Hofbeek, welke ontspringt aan het Marbelenven op de Brechtse Heide, werd de laatste decennia zeer drastisch geruimd waardoor het een snelstromende beek is geworden met hoge zijbermen die geen overvloeiing meer toelaten. Denkend aan het “Blue dealprogramma” van de Vlaamse regering zijn er zeker mogelijkheden om het Gravinnenbos haar taak als waterbuffer terug te bezorgen. 

Ook het aanpakken van de aanwezige exoten zoals de grote rododendronpartijen, Amerikaanse vogelkers en het alom aanwezige pijpenstrootje vragen onze aandacht.

Pareltjes

In het gebied zijn we trots op enkele permanente bewoners zoals boommarter, havik, boompieper, levendbarende hagedis en hazelworm. Ook een grote groep reeën vindt rust in het gebied.

Op enkele plekken bloeit tormentil en liggend walstro die samen met de nectar van de braam het voedsel vormt voor het bont dikkopje, een zeldzaam vlindertje dat van bosranden houdt. Ook de heidesabelsprinkhaan vindt er zijn plaatsje.

Uit recente waarnemingen blijkt dat de bever, door gebruik te maken van de ATG, ook het gebied heeft ontdekt. Het is nu nog wachten op de otter.

Toegankelijkheid

Momenteel is het Gravinnenbos zelf niet toegankelijk. Er is echter een bewegwijzerd wandelpad voorzien langs de Ketelstraat/Hofbeek en de Antitankgracht. Wel kan het Gravinnenbos onder bege-leiding na afspraak bezocht worden. Hierdoor wordt het evenwicht bewaard tussen toegankelijkheid en het behoud van de kwetsbare natuurwaarden. 

Contactpersonen

Paul Reyntiens (conservator)

Erik Daems (co-conservator)

Luc François (co-conservator)