De lokale Natuurpunt-afdeling voor 's Gravenwezel, Schilde, Oelegem, Ranst, Wommelgem, Borsbeek, Borgerhout, Deurne en Wijnegem.

2018 in vogelvlucht

Terug naar lijst

Geplaatst door Natuurpunt Schijnvallei op

Ook het voorbije jaar noteerde de Vogelwerkgroep waarnemingen van bijzondere en kwetsbare vogels in de Schijnvallei. Maar ook opmerkelijk vogelnieuws en trends passeerden de revue.

Hoe is het gesteld met onze vogels? Welke soorten gaan achteruit? Welke houden stand of nemen in aantal toe? En welke bijzondere vogels brachten een bezoekje aan de Schijnbeemden in 2018? In dit jaaroverzicht maken we de balans op.

De waarnemingen komen van leden van de Vogelwerkgroep, van waarnemers op waarnemingen.be, van mensen met een tuin, van wandelaars in de natuurgebieden en parken in het werkingsgebied van Natuurpunt Schijnbeemden en van onze cameravallen. 

Niet alleen grote natuurgebieden zijn belangrijk. Ook de kleinere, lokale natuurgebieden zoals Het Veer, De Pont, het Fort van Borsbeek, de Beemdkant, het Zevenbergenbos, De Rundvoort en andere gebieden blijven belangrijk voor veel vogels en andere wilde dieren. Ze vinden er voedsel, rust- en nestgelegenheid in een jungle van staal en beton. Samen vormen die gebieden een groen lint langs Het Schijn die als een levensader door onze regio stroomt. 

Zangvogels

Invasie van appelvinken
Tijdens de najaarstrek in 2017 zagen waarnemers van vogeltrektelposten grote hoeveelheden APPELVINKEN. Er werd zelfs gesproken van een invasie. Maar liefst 53.000 appelvinken vlogen voorbij. Ook van KEPEN, VINKEN en ZWARTE MEZEN telden waarnemers grote aantallen. Sommige van die vogelsoorten bleven in de wintermaanden van 2018 hangen in onze omgeving. In januari zag een wandelaar een appelvink in, hoe kan het ook anders, een appelboom in de omgeving van het Fort van Borsbeek. En in februari kreeg Lode Rubberecht uit Schilde vijf appelvinken op bezoek in zijn tuin. Ook in Oelegem, in de tuin van Dirk Demey, verscheen een appelvink sporadisch aan de voedertafel.

Bezoek van kleine barmsijzen
Verder werden in De Pont en Het Veer grote groepen SIJZEN gezien in het begin van het jaar. Dat was  toch weer al even geleden. In het Fort van Borsbeek en het Zevenbergenbos werden de gele zangvogeltjes ook gezien en in het laatste gebied kon Marc Gorrens zelfs een groep van 50 KLEINE BARMSIJZEN filmen. Net als vorige jaren waren VINKEN en GROENLINGEN tijdens de wintermaanden goed vertegenwoordigd op de voedertafels, hier en daar vergezeld van enkele KEPEN. In een tuin in Wommelgem doken in februari twee GOUDVINKEN op.

Putters en sijzen op de Meir
In en rond het Fort van Borsbeek en de Beemdkant deden zwervende groepjes PUTTERS zich te goed aan de zaden van ruigtekruiden. Ook in het Zevenbergenbos werd een putter gespot. En op 3 maart 2018 zag Fons Bresseleers een gemengde groep PUTTERS en SIJZEN op de Meir in Antwerpen. Blijkbaar vielen de zaden in de ronde bolletjes van de amberbomen die daar staan heel erg in de smaak.

Vreemd voorjaar

Het voorjaar kende een vreemde start. Op 15 april waren heel wat trekvogels nog steeds niet aangekomen. Veel vogelaars bleven op hun honger zitten. Veel had te maken met het aanhoudende slechte weer (sneeuwbuien) in Zuid-Spanje en Zuid-Frankrijk. Mogelijk waren daardoor een aantal soorten zelfs een paar honderd kilometer terug gevlogen gedreven door honger. Bij ons echter scheen de zon en was het volop lente, maar van heel wat vogelsoorten was nog geen spoor te bekennen. 

Deurnese veldleeuwerik

Als er één vogel is die voor dat typische lentegevoel zorgt, dan is het wel de VELDLEEUWERIK. Zoals de naam doet vermoeden heeft de vogel veel open ruimte nodig. Dat is een probleem, want we hebben bijna alle open ruimte volgebouwd. Behalve op de luchthaven van Deurne natuurlijk. Niet toevallig daar kon je het afgelopen voorjaar genieten van de prachtige zang van een veldleeuwerik. Het beestje vliegt al kwetterend bijna loodrecht naar boven en houdt zijn kwebbel pas als hij terug met twee pootjes op de grond staat. Een bewuste strategie om niet ontdekt te worden. Of de Deurnese leeuwerik voor nakomelingen heeft gezorgd, is niet geweten. We hopen van wel.

Nachtegaal en koekoek

Op een boogscheut van de zingende leeuwerik kon je ook dit jaar de prachtige, onovertroffen zang van de NACHTEGAAL horen. Ook deze gevleugelde vriend doet het niet al te best. De ruwe struikengordel van meidoorns, sleedoorns en hondsrozen vlakbij de luchthaven vormt een prima broedplek voor deze unieke zangvogel. Er zijn zeker drie zangposten, mogelijk vier. Een plek om te koesteren en vooral om onaangeroerd te laten. Ook in de BEEMDKANT en HET VEER keert de vogel nog jaarlijks terug vanuit het verre Afrika, maar in De Pont bleef het dit jaar helaas stil. In de omgeving van de spaarbekkens in Oelegem en Broechem zitten nog enkele koppels.

Nog een zeldzame gast is de KOEKOEK. Het gaat al een tijdje niet goed met de sperwerduif. Een belangrijke oorzaak heeft te maken met voedsel. De koekoek eet vooral rupsen en die zijn in aantal serieus afgenomen. Het aantal zangposten in onze regio is dan ook op één hand te tellen. Dit jaar hoorden waarnemers de roep in Het Veer en in de omgeving van De Pont.

Koperwieken en zanglijsters

Op 19 maart 2018 filmde de wildcamera een groepje KOPERWIEKEN die een bad namen in een gracht van de Beemdkant, een mooie opname. Kort daarna vertrokken de wintergasten naar het noorden. ZANGLIJSTERS werden zowat overal gesignaleerd.

Andere zangvogels

Van de trekvogels die in onze regio broeden zijn de TJIF TJAF en ZWARTKOP de meest algemene soorten. Zij houden goed stand. De TUINFLUITER, die je met de zang van een zwartkop kan verwarren, is minder talrijk aanwezig. In De Pont is de vogel elk voorjaar te horen, afgelopen jaar was er een waarneming op 17 juni. Drie dagen eerder werd de vogel gefotografeerd aan Het Veer. En ook aan het overstromingsgebiedje aan het Fort van Borsbeek werd een tuinfluiter gesignaleerd.

Net zoals vorig jaar trokken verschillende BOSRIETZANGERS vanuit het zuiden naar de Beemdkant op de grens tussen Wijnegem en Wommelgem. Een zestal koppels maakten er hun nest. De soort komt laat in het voorjaar aan en is ook één van de eerste die terug vertrekt. In de ruigtegebieden aan Het Veer in Wommelgem, het Zevenbergenbos in Ranst en in de omgeving van het Fort van Borsbeek was de vogel ook te horen.

Nog een zangvogel die van ruig, open terrein houdt met hier en daar een bosje is de ROODBORSTTAPUIT. Op 14 maart 2018 werd de vogel gezien in Het Veer. In april was er een broedgeval in een verruigde weide naast de Beemdkant. En in de omgeving van het Fort van Borsbeek en de luchthaven van Deurne hebben verschillende koppels gebroed. Ook GRASMUSSEN werden hier en daar gezien en in Het Veer, Beemdkant en de ruige weides rond het Zevenbergenbos. Minder goed nieuws is dat het broedbiotoop achter de sportvelden van Cantincrode in Mortsel, op de grens met Borsbeek, plaats moest ruimen voor nieuwe sportterreinen. Niet alleen de roodborsttapuit, maar ook de grasmussen die de vorige jaren in het ruige terrein gebroed hebben, zijn hun voortplantingsplek kwijt. Bovendien verdween met de werken ook een verruigde berg aarde die jaren dienst deed als vogeltrektelpost. Een ruig stukje waardevolle natuur op de schop.

Een SPOTVOGEL en een GRAUWE VLIEGENVANGER werden gezien en gehoord in de struiken rond de fortgracht van Borsbeek. Een andere spotvogel werd gesignaleerd op 5 mei 2018 in de buurt van de fortvlakte in Wijnegem / Deurne. GROTE GELE KWIKKEN doken her en der op: foeragerend in Het Veer op 14 april 2018 en in de slotgracht van het Fort van Borsbeek. Er was ook opnieuw een broedgeval in Schildepark in de funderingen van het kasteel en op 13 april 2018 filmde de wildcamera de vogel in De Pont. Zijn kleine broer de WITTE KWIKSTAART wordt minder gezien. In het Fort van Borsbeek vind je de vogel af en toe langs de oeverkant en in weides met grazers.

De ZWARTE ROODSTAART is eerder een zeldzame verschijning in onze regio. Op 7 april 2018 werden twee zingende exemplaren gespot in de buurt van de manege aan de Beemdkant.

Op 15 mei 2018 zagen en hoorden waarnemers minstens twee zingende KLEINE KAREKIETEN in het overstromingsgebied Fortloop in Borsbeek. Zoals elk jaar keerden ook een paar koppels terug naar De Pont in Schilde om er in het rietmoeras te broeden. In het vroege voorjaar en in het najaar op 31 oktober 2018 doken daar ook een aantal RIETGORZEN op.

Later op het jaar, in oktober 2018, zagen twee vogelaars een groepje van zo’n 30 KNEUS in de ruigtevelden vlakbij de luchthaven van Deurne. Vroeger was deze akkervogel een algemene verschijning, vandaag is de soort eerder schaars. Gelukkig zijn er nog ruige zones rond de luchthaven en op de grens tussen Borsbeek en Mortsel. Hopelijk blijft dat zo.

Spreeuwen in koeienstallen

Er was een tijd dat spreeuwen in grote zwermen voor wervelende luchtshows zorgden. Maar die tijd is helaas voorbij. Ook met deze vogel gaat het niet goed in de Schijnbeemden en daarbuiten. Naar een grote groep moet je al goed zoeken. Een paar honderd spreeuwen houdt zich op aan een boerderij aan de velden rond het Fort van Borsbeek. In de wintermaanden kan je ze terugvinden in de stallen.

De huismus

Last but not least is de HUISMUS. Ooit zo talrijk en vandaag sterk teruggevallen in onze streken. Toch blijft de vogel één van de meest geziene tuinvogels in Vlaanderen. In de top 3 van het Grote Vogelweekend 2018 staat de huismus op plaats 2. Na de koolmees en voor de kauw. 

Watervogels

Purperreiger gespot

De aan water gebonden vogels doen het in onze streken alvast beter dan de zangvogels. De BLAUWE REIGER bijvoorbeeld is niet meer uit het luchtruim weg te denken. Als hij niet in de buurt van een poel zit om een kikker te verschalken, dan zie je hem wel ergens urenlang op een veld zitten, op jacht naar mollen. De GROTE ZILVERREIGER is minder aanwezig, maar wel in opkomst. Vroeger moest je zelfs speciaal naar Oost-Europa reizen om zilverreigers te zien. Tegenwoordig zitten ze hier het hele jaar door, ook al blijven ze eerder schaars. Een waarnemer zag in de nazomer twee exemplaren in de Beemdkant en ook op 28 oktober 2018 was er nog een waarneming. In De Pont verscheen een grote zilverreiger op 31 oktober 2018. De KLEINE ZILVERREIGER werd ook gezien in de Beemdkant: in het vroege voorjaar op 28 februari 2018 en op 4 november 2018 zag een waarnemer een groepje van 7 zilverreigers richting oosten vliegen boven de Beemdkant.

Een soortgenoot, de PURPERREIGER, komt hier niet voor, behalve tijdens de vogeltrek. Op 27 april 2018 landde een purperreiger aan de raketpoel in de Beemdkant. Voor de sierlijke vogel was de poel vol kikkers en padden waarschijnlijk te verleidelijk om verder te vliegen. Het dier zou er een week blijven rondhangen. De laatste waarneming van een purperreiger in onze streken dateert van bijna dag op dag 14 jaar geleden. Op 23 april 2004 werd een purperreiger gesignaleerd in het Vrieselhof in Oelegem. Dat kan je lezen in het boek ‘Avifauna van de Schijnvallei: vogelnotities van 1949 tot 2005’, het levenswerk van wijlen Etienne Van Rooy.

Roerdomp: de filmster van De Pont

Als er één vogel is die in 2018 de show stal, dan is het wel de ROERDOMP. In februari waagde de zeldzame reiger zich op het ijs van het moeras in De Pont. De wildcamera heeft dat mooi kunnen vastleggen, maar dé grote verrassing kwam later op het jaar. Op 27 juli 2018 verscheen de zeldzame reiger pal voor de camera die in het moeras was opgesteld. Dichter bij een roerdomp kan je niet komen. Na opnames in mei 2017 middenin de broedperiode, bevestigde deze waarneming dat de roerdomp het natuurreservaat het hele jaar door gebruikt en niet enkel in de winter zoals eerst gedacht werd. Van een broedgeval is (nog) geen bewijs, maar het gaat in ieder geval de goede kant uit.

Azuurblauwe speer

De IJSVOGEL doet het de afgelopen jaren lang niet slecht. De aanhoudende zachte winters zijn goed voor de azuurblauwe vogel, want daardoor blijven de grachten, poelen en vijvers ijsvrij. De viskoning kan zo blijven vissen. Belangrijk, want de vogel heeft elke dag vis nodig om te overleven. Het gevolg is dat er minder ijsvogels sterven tijdens de wintermaanden waardoor meer vogels hun jongen in de broedperiode groot krijgen. De azuurblauwe speren werden dan ook het hele jaar door gezien en gehoord in de natuurgebieden en parken.

Over futen, dodaarzen en andere eenden

FUTEN daarentegen doen het minder goed. Je vindt ze enkel nog op de waters rond de forten. Verschillende paartjes broeden in het Fort van Wommelgem en Oelegem. Maar niet in het Fort van Borsbeek. De reden hiervoor blijft onduidelijk. Nochtans was er een geslaagd broedgeval drie jaar geleden, het koppel kreeg twee jongen. Op 10 april 2018 werden twee koppels futen gezien op het Meer in Wommelgem, vlakbij de Beemdkant. Nog op de plas een GEOORDE FUUT, een zeldzame kleinere futensoort.

Van de DODAARS, de kleinste futensoort, is er wel goed nieuws. In de plas rond Hof Zevenbergen in het Zevenbergenbos werd één koppel gezien in hun broedbiotoop. En in en rond het Fort van Borsbeek bracht deze zeldzame broedvogel dit jaar op twee plekken jongen groot. Op de slotgracht werden vier jongen geboren en in de plas achter het zigeunerpark, op grondgebied Mortsel, minstens twee. 

Verder is de gracht rond het fort een thuis voor tal van eenden zoals KRAKEENDEN, TAFELEENDEN, KUIFEENDEN, SLOBEENDEN, BERGEENDEN, WILDE EENDEN en WINTERTALINGEN. Van die laatste soort werd voor de allereerste keer een exemplaar gezien in de gracht en vijver rond Hof van Zevenbergen.

Een groep SMIENTEN werd gezien op 5 maart 2018 op het domein van de Antwerpse Waterwerken in Oelegem. En een mannetje MANDARIJNEEND en zijn madam kwamen even pronken op 2 april 2018 voor de wildcamera in De Pont. De eend broedt niet op de grond, maar in een boomholte. Vermoedelijk gebruikt het dier een oude nestkast van een torenvalk als broedplek.

De kievit: stakker van de akker

De ondertunneling van de Frans Beirenslaan in Borsbeek heeft er niet alleen voor gezorgd dat er minder lawaai is van voorbijrijdende auto’s en camions, er kwam ook voor de mens ontoegankelijk gebied bij. Roodborsttapuiten hadden dat in de smiezen, maar ook de KIEVIT. Er waren dit jaar verschillende nestplaatsen kort bij mekaar op een zanderig stuk vlak achter de omheining van de luchthaven. De bevestiging van een geslaagd broedgeval kwam er op 30 april 2018. Toen werden vier kievitkuikens gespot samen met een volwassen vogel. We kunnen alleen maar hopen dat de kuikens zijn groot geworden. Nog een beetje hoopvol nieuws kwam uit het Zevenbergenbos. Op één van de aanpalende velden werden op 26 februari 2018 twee kieviten gezien. Het is de eerste keer dat de akkervogel daar opduikt. Of de vogels daar ook gebroed hebben, is niet duidelijk. 

De kievit is één van de stakkers van de akkers. Het gaat niet goed met de vogel. Het aantal jongen dat grootgebracht wordt, is niet voldoende om de populatie in stand te houden. Het dier kan vrij oud worden, tot 25 jaar, waardoor het lijkt alsof de soort zich kan handhaven. De waarheid echter is anders.

De Manna scholekster

De SCHOLEKSTER is nooit talrijk geweest in de Schijnbeemden. Waarnemingen zijn dan ook beperkt. Maar de waarneming van 4 mei 2018 kan wel tellen. Een werknemer van sauzen Manna in Wijnegem zag vanuit haar kantoor een scholekster zitten op de vensterbank. Geen alledaags zicht. De vogel broedt vermoedelijk in de onmiddellijke omgeving of op het dak van het bedrijf.

Zeldzame snippen en bokjes

WATERSNIPPEN werden hier en daar opgemerkt. In maart vlogen twee watersnippen op vanuit de dorpsloop in De Beemdkant. Ook in de omgeving van het Fort van Borsbeek werden watersnippen aan waterrijke plekjes gespot. En in de wintermaanden foerageerden verschillende snippen langs de slibranden van het moeras in De Pont. 

Zijn kleine broer het BOKJE is zeldzamer en nog minder opvallend. Je moet er bijna letterlijk op stappen om de vogel te zien te krijgen. Het dier blijft namelijk zitten tot hij niet meer anders kan dan wegvliegen. In het overstromingsgebiedje Fortloop in Borsbeek werd op 11 april 2018 één bokje opvliegend gezien.

Poezen in de lucht

Op 5 mei 2018 zat een groep ZWARTKOPMEEUWEN op de fortvlakte in Wijnegem / Deurne over het shoppingcenter. En op 30 juni 2018 werd een groepje van 18 gezien op de velden vlakbij de fortgracht van Borsbeek. De zwartkopmeeuw is van origine een typische vogel uit het middellands zeegebied. De soort is al een tiental jaren naar het noorden aan het opschuiven. In tegenstelling tot de kleinere kokmeeuw heeft de zwartkopmeeuw een volledig zwarte kop en knalrode lange snavel. Wie dicht genoeg kan naderen, zal verbaasd zijn over de fascinerend mooie ogen. En ook het geluid is bijzonder: het lijkt een beetje op een miauwende poes, maar dan een vliegende.

Spechten en bosvogels

Holenbroeders houden goed stand

BOOMKLEVER, BOOMKRUIPER, KOOLMEES, PIMPELMEES, enz doen het goed. En dat heeft veel te maken met de noeste arbeid van spechten. De veelvoorkomende GROTE BONTE SPECHT en GROENE SPECHT hakken elk jaar een nieuw gat uit een boom en zorgen zo voor nieuwe broedplaatsen voor andere holenbroeders. Andere spechtensoorten zoals de ZWARTE SPECHT zijn veel zeldzamer. In mei heeft een exemplaar gebroed in De Pont. De vogel liet zich ook nog eens zien op 31 oktober 2018.

De MIDDELSTE BONTE SPECHT is dan weer iets talrijker dan de zwarte specht en werd op 22 mei 2018 gezien en gehoord in De Pont. Ook dit jaar broedde de vogel er in de buurt van het Schijn. 

Houtsnip in de winter

HOUTSNIPPEN worden vooral tijdens de wintermaanden in onze natuurgebieden waargenomen. Ze leiden een verborgen leven tussen de bladeren en het kreupelhout. 

Net zoals vorig jaar verbleven in de Beemdkant tijdens de wintermaanden verschillende houtsnippen. Wat vorig jaar niet lukte, lukte dit jaar wel. Op 9 maart 2018 kon de wildcamera één van de snippen filmen. Het dier verscheen met zijn kop even voor de lens. In de nacht van 28 februari op 1 maart 2018 filmde een andere camera een houtsnip in het Zevenbergenbos. En op 28 oktober 2018 werd een houtsnip gezien in het moerasbos van de Beemdkant.

Holenduiven

Niet te verwarren met de talrijke houtduiven, zijn de minder voorkomende holenduiven. De holenduif is kleiner dan de houtduif en heeft geen witte banen op de vleugels. Het oog is zwart. Het Zevenbergenbos heeft een gezonde populatie en ook in de andere natuurgebieden zoals Het Veer en De Pont wordt de vogel regelmatig gezien.

Usutu merels

De MEREL, van oorsprong een echte bosvogel, heeft zich in onze streken aangepast aan een stedelijke omgeving en is al jaren een talrijke verschijning in parken en het straatbeeld. Tot voor kort, want de Vlaamse merelpopulatie krijgt de laatste jaren flinke klappen. Oorzaak is het USUTU-virus, een virus afkomstig uit Afrika en overgedragen door steekmuggen. In 2016 kwam het in België tot een eerste uitbraak. Toen werden 15% minder merels geteld. In de zomer van 2017 volgde een nieuwe uitbraak die meer dan 50% van de broedpopulatie in Vlaanderen trof. In het najaar van 2017 volgde een herstel met de aankomst van de noordelijke merels. Maar in de lente van 2018 kwamen er terug minder meldingen. De situatie nu is nog onduidelijk, maar wie de afgelopen maanden heeft rondgekeken, kon niet anders dan vaststellen dat de merel van de aardbol leek verdwenen.

Roofvogels en uilen

Roofvogels troef

Er zijn twee gebieden in onze regio waar je nog verschillende roofvogelsoorten kan spotten. De omgeving van het Fort van Borsbeek/grens Mortsel en natuurgebied Beemdkant op de grens tussen Wijnegem en Wommelgem. Beide gebieden hebben een open karakter, iets wat in onze streken zeldzaam is geworden.

BUIZERD, TORENVALK, BOOMVALK, SPERWER en SLECHTVALK gebruiken die open gebieden om te jagen. In het voorjaar zag een wandelaar hoe een SPERWER laag over het veld scheerde en probeerde om een Turkse tortel te verschalken. Poging mislukt. Op 13 juni 2018 werd een groepje boerenzwaluwen opgeschrikt door een jagende BOOMVALK in de buurt van de luchthaven van Deurne. Er was ook een waarneming van een jagend exemplaar in De Pont op 4 juni 2018. 

Steenuil en ransuil onder druk

Op 14 april 2018 stootte conservator Jan Dewilde op een koppel STEENUILEN aan een oude wilg grenzend aan de Beemdkant. En ook het Fort van Borsbeek en de omgeving daarrond herbergt minstens één koppel. Helaas is er ook minder goed nieuws. Een andere exemplaar had zijn vermoedelijke nestplek in een oud stalletje vlakbij de sportterreinen van Cantincrode. Maar door de uitbreiding van de naburige sportterreinen werd de omgeving ingrijpend gewijzigd. En als er één ding is waar steenuilen zeer gevoelig aan zijn, dan zijn het wijzigingen in hun onmiddellijke leefomgeving. 

Net zoals vorig jaar liet de RANSUIL zich opmerken in de Beemdkant. Op 20 augustus 2018 werd de prachtige uil daar gezien. Ransuilen hebben het niet onder de markt. Niet alleen hun biotoop verdwijnt zienderogen, ze worden ook verjaagd door een soortgenoot: de bosuil. 

Bosuil

BOSUILEN doen het beter. Wie met de paddenoverzetactie in Schilde meehelpt, hoort ze al vroeg op het jaar roepen. Minstens één bosuil werd meermaals gezien tijdens de wintermaanden op zijn vaste stek in de omgeving van De Pont. Maar ook in andere bosrijke gebieden met oude bomen doet de bosuil het goed.

Havik voor de lens

Op 15 april 2018 werden twee HAVIKKEN overvliegend gezien in Borsbeek. Net zoals vorig jaar was er een broedgeval in het Zevenbergenbos. Marc Gorrens kon drie jongen op het nest waarnemen op 23 april 2018 in het Zevenbergenbos. En toeval of niet, op 10 september 2018 filmde een wildcamera een jonge havik in een door Natuurpunt recent aangekocht stuk bos vlakbij De Pont in Schilde, op een boogscheut van het Zevenbergenbos.

Buitenbeentjes: sakervalk en giervalk gespot

Herman Meeus zag op 24 april een bijzondere valk in het achterste stuk van de Verbrandelei in Wommelgem. De vogel leek sterk op een SAKERVALK, mogelijk een hybride giervalk x sakervalk, en had net een duif gevonden of geslagen. De soort broedt van Oost-Europa tot Zuid-Siberië en Noord-China en komt hier niet voor. Zeer waarschijnlijk gaat het om een ontsnapte valkeniersvogel, al waren er geen losse riempjes aan de poten te zien. 

Via de Facebookpagina van onze vereniging kwam in november nog een bijzondere melding binnen. Aan het Picardiëbos in Schilde spotte een vrouw een giervalk in de tuin. De opvallend witte kleur van de vogel doet vermoeden dat het om een Groenlandse giervalk gaat. Waarschijnlijk gaat het ook hier om een ontsnapte valkeniersvogel. 

De tanende torenvalk

Al jaren schenkt de Vogelwerkgroep bijzondere aandacht aan de TORENVALK. In verschillende natuurgebieden hangen nestkasten. Ook dit jaar was geen topjaar voor deze biddende roofvogel. De nestkasten in de Beemdkant en aan het Zevenbergenbos waren zoals altijd opnieuw bezet. Er vlogen telkens vier jongen uit. Maar de andere kasten bleven leeg, net zoals vorige jaren. De lage bezettingsgraad van 40% staat in schril contrast met de 80% van een paar jaar geleden.

Er zijn niet alleen minder torenvalken, de aanwezige dieren schuiven ook op richting stad, omdat daar meer voedsel te vinden is. Het broedgeval in een nis van het Atheneum van Deurne is daar een goed voorbeeld van. Al 5 jaar broedt de roofvogel er. Helaas was 2018 geen succesjaar. Directeur Dirk Boeye meldde op 28 mei 2018 nog dat er vier eieren lagen, maar uiteindelijk is er maar één jong uitgevlogen. Beter één, dan geen.

Zwaluwen en ooievaars

Ooievaars

De enigste waarneming van ooievaars dit jaar gebeurde op 4 maart 2018. Conservator van het Zevenbergenbos John Maes zag hoe een groep van 36 ooievaars aan de Schawijkstraat overvloog richting noordoosten.

Boerenzwaluwen en gierzwaluwen

Op 25 april 2018 vlogen de eerste GIERZWALUWEN en BOERENZWALUWEN rond in de omgeving van de luchthaven van Deurne. In de BEEMDKANT werden de eerste boerkes gezien op 7 april 2018. Vooral met de boerenzwaluw gaat het niet goed.  Er zijn steeds minder stallen waar de vogel kan binnenvliegen om zijn nest te maken. En ook het voedselaanbod is een probleem, er zijn te weinig insecten. In de omgeving van het Fort van Borsbeek en grens Mortsel zijn ze hier en daar nog present. Dat kon een wandelaar goed vaststellen toen die in juli zag hoe een groepje boerenzwaluwen aangevallen werd door een boomvalk. Zonder slachtoffers weliswaar.

Ook gierzwaluwen zitten tegenwoordig in de problemen. Eén van de belangrijkste oorzaken heeft te maken met de toenemende isolatietrend. Vroeger waren er nog spleten en kieren aan de huizen. Maar vandaag worden oude gebouwen gerenoveerd, gaten worden dichtgemaakt, het dak geisoleerd en afgewerkt. In onze nieuwe woningen is er geen gaatje meer te vinden onder een dakpan of een spleetje in de leembezetting. Alles zit potdicht. En daarmee zijn de gierzwaluwen hun nestplek kwijt. Nestkasten kunnen daar een oplossing bieden. 

Op de bres voor de huiszwaluw

Voor de HUISZWALUW hebben kunstnesten hun nut al bewezen. In het vroege voorjaar van 2016 hing de Vogelwerkgroep verschillende kunstnesten op in het centrum van ’s Gravenwezel. De nesten werden geplaatst tussen een bestaande kolonie die aan het verdwijnen was. In de lente van 2017 was het aantal bezette kunstnesten meer dan verdubbeld en hebben er 8 paartjes gebroed. We hadden gehoopt dat het er dit jaar meer zouden zijn, maar het is ook in 2018 bij 8 paartjes gebleven. De kolonie blijft stabiel.

Tekst: Philip Barbaix

 
Foto's van links naar rechts en boven naar onder: sakervalk, roerdomp, kievit, fuut, sijs, keep, giervalk, ransuil, scholekster, zwarte specht.