Het voorbije jaar noteerde de Vogelwerkgroep waarnemingen van bijzondere, kwetsbare en zeldzame vogels die het werkingsgebied van Schijnbeemden aandeden.
In drie delen presenteren we een overzicht van kwetsbare en zeldzame vogels die ons werkingsgebied het voorbije jaar aandeden. Met filmpjes, foto's en extra duiding kom je in dit tweede deel meer te weten over een aantal vogelsoorten die die (mogelijk) gebroed hebben in ons werkingsgebied.
De waarnemingen komen van leden van de Vogelwerkgroep, van waarnemers op waarnemingen.be, van mensen met een tuin, van wandelaars in de natuurgebieden en parken in het werkingsgebied van Natuurpunt Schijnbeemden en van onze cameravallen.
Niet alleen grote natuurgebieden zijn belangrijk. Ook de kleine, lokale gebieden zoals Het Veer, De Pont, het Fort van Borsbeek, de Beemdkant, het Zevenbergenbos, De Rundvoort en het Gravinnenbos zijn belangrijk voor veel vogels en andere wilde dieren. Samen vormen die gebieden een groen lint langs Het Schijn dat als een levensader door onze regio stroomt. De wilde dieren vinden er voedsel, rust- en nestgelegenheid in een jungle van staal en beton.
(Vermeende broedgevallen)
Matkop
De specht onder de mezen. De matkop pikt zelf zijn nest uit in deels verrotte berken, palen en hekken. Het zijn vooral de vrouwtjes die het werk doen: ze maken de nestholte, leggen de eitjes en broeden ze vervolgens alleen uit. Gelukkig brengt het mannetje regelmatig eten en verdedigt hij druk hun territorium. Vroeger waren matkoppen ruim verspreid, hoewel nooit echt talrijk. Door de vroege voorjaarszang en het discrete gedrag is de soort een weinig opvallend lid van de mezengilde. Hierdoor viel wellicht niet op hoe snel de afname verliep, ook in Vlaanderen waar ze tegenwoordig als kwetsbaar vermeld staan op de Vlaamse Rode Lijst van broedvogels.
Om matkoppen te zien en te horen moet je in ons werkingsgebied aan het antitankkanaal in Oelegem, Schilde en s’ Gravenwezel zijn. Toch zagen en hoorden Ivo Rosiers en Philip Barbaix op 18 december 2019 twee foeragerende matkoppen in natuurgebied Het Veer in Wommelgem. Matkoppen zijn echte standvogels die jaarrond in hun broedgebied verblijven. Tot nog toe zijn er geen broedgevallen bekend in en rond Het Veer.
Bonte vliegenvanger
Net zoals de matkop is ook de bonte vliegenvanger een soort die makkelijk over het hoofd gezien wordt. Ze zitten vaak hoog in de boomkruinen, een goede kennis van de zang is daarom noodzakelijk om de soort op te sporen. In mei 2019 liet een mannetje bonte vliegenvanger van zich horen in het Zevenbergenbos. Of de vogel ook in één van de boomholtes gebroed heeft, is niet duidelijk.
Bijzonder is dat een mannetje bonte vliegenvanger regelmatig twee vrouwtjes heeft. Dit fenomeen staat bekend als polygynie of veelwijverij. Voor het tweede vrouwtje of het bijvrouwtje is dit nadelig, want die krijgen zo’n 20% minder jongen groot. Ook opmerkelijk is dat de soort de laatste jaren vroeger lijkt terug te keren uit hun overwinteringskwartier in tropisch West-Afrika. De reden hiervoor is de vroegere rupsenpiek veroorzaakt door de klimaatverandering en belangrijk als voedsel voor de jongen.
Kleine bonte specht
Een spechtensoort niet veel groter dan een huismus, dat is de kleine bonte specht. Als broedplek verkiezen ze loof- en gemengd bos met zachte boomsoorten zoals berk, wilg, els en populier en veel dood hout.
Natuurgebied De Rundvoort in Oelegem bleek in 2019 een prima plek om voor nakomelingen te zorgen. Op 4 mei 2019 zag conservator Dirk Van Tulder hoe zowel het mannetje als het vrouwtje om beurten met lekkers kwamen aandraven voor hun jongen.
Houtsnip
Deze unieke bosvogel heeft zijn naam niet gestolen. Het is de enige steltloper in onze streken die in het bos leeft en met zijn houtkleur perfect gecamoufleerd is. De vogel baltst in de schemer en vliegt met vertraagde, stijve vleugelslag in grote banen over het bos terwijl hij knorrende en niesende geluiden maakt.
Op 14 mei 2019 kon de cameraval van Marc Gorrens een houtsnip filmen in natuurgebied De Rundvoort in Oelegem. Houtsnippen hebben een voorkeur voor bos met open plekken, een plaatselijk natte bodem en een dikke humuslaag. Allemaal vereisten waaraan De Rundvoort voldoet.
Havik
Een absolute toppredator, dat is de havik. Duiven, lijsters, spreeuwen, eksters, gaaien… ze staan allemaal op het menu van deze geduchte jager. Ook zoogdieren tot de grootte van een konijn en zelfs roofvogels zoals sperwer en ransuil zijn maar beter op hun hoede. Soms wordt de vogel ook gespot terwijl hij eenden verdrinkt vooraleer hen uit het water te slepen.
De voorbije jaren nestte een koppel haviken in het Zevenbergenbos. Afgelopen jaar kon een koppel twee jongen grootbrengen in het recent aangekochte Gravinnenbos. Vanop veilige afstand filmde Marc Gorrens met zijn supercamera het nest met twee juveniele havikjes. Een bijzondere waarneming van een bijzondere roofvogel.
Steenuil
Dat de steenuil graag in holten van knotwilgen nestelt, werd afgelopen jaar duidelijk vlakbij natuurgebied Beemdkant. In een oude knotwilg bracht een koppeltje er vier jongen groot.
Al vroeg op het jaar werd in een paardenwei grenzend aan het natuurgebied een steenuiltje gespot. Vrijwilligers van de Vogelwerkgroep hingen daarom een speciale nestkast op aan één van de knotwilgen aan de rand van het perceel. De steenuilen kozen echter voor een natuurlijke holte. Toch is de nestkast niet verloren, want deze uiltjes broeden graag in clusters. De steenuil is een vogel van het platteland. Door de sterke verstedelijking en landbouwhervormingen van de laatste jaren komt het leefgebied van dit bijzondere uiltje steeds meer in gevaar.
Koekoek
Er is maar één vogel die zo herkenbaar zijn eigen naam roept en dat is de koekoek. Bovendien houdt de vogel er een bijzondere voortplantingsstrategie op na: hij legt zijn ei in het nest van een andere vogel. En het kan nog gekker, elk koekoeksvrouwtje is gespecialiseerd in het nabootsen van de eieren van één specifieke soort(groep). Er zijn dus heggenmuskoekoeken, karekietkoekoeken, bosrietzangerkoekoeken, enz.
Op 21 juli 2019 filmde Marc Gorrens een jonge koekoek, te herkennen in het filmpje aan de witte vlek op het hoofd, in natuurgebied Beemdkant. Meteen het bewijs dat koekoeken er succesvol gebroed hebben. Ook met de koekoek gaat het de verkeerde kant uit. De vogels zijn sterk afhankelijk van rupsen als voedselbron en die zijn er duidelijk een pak minder dan vroeger. Mogelijk is het jong groot geworden in een nest van bosrietzangers. Het aantal zangposten van die soort is de laatste jaren sterk toegenomen in de Beemdkant, maar zeker niet vermeerderd. 50 jaar geleden waren er alleen al in bepaalde delen van het natuurgebied een tiental broedparen en in verwilderde tuinen doken zelfs nestelende vogels op.
Gekraagde roodstaart
Ook met deze vogel gaat het niet al te best. De gekraagde roodstaart is een holenbroeder die vooral te vinden is in gevarieerde, oude gemengde bossen met open plekken en met een ruim aanbod van spechtengaten in de bomen.
In het landelijk gebied achter natuurgebied Beemdkant hoorde en zag Johan Meeus op verschillende momenten tussen 1 mei en 1 juni 2019 een mannetje gekraagde roodstaart. In tegenstelling tot zijn soortgenoot, de zwarte roodstaart, is de gekraagde roodstaart in de winter volledig afwezig. Tussen juli en oktober trekken de vogels ‘s nachts richting Afrika, waar ze overwinteren in de Sahel-regio.
Spotvogel
De spotvogel dankt zijn naam aan zijn snelle, langgerekte en gevarieerde zang, doorspekt met imitaties van andere soorten. Hij ‘spot’ eigenlijk dus een beetje met zijn collega’s. Een algemene verschijning is hij zeker niet in ons werkingsgebied, want vorig jaar werd de vogel maar twee keer op waarnemingen.be ingegeven.
Op 29 mei 2019 gaf een spotvogel van katoen op en rond het Fort van Borsbeek. Ondanks de opvallende, luide zang zijn spotvogels moeilijk te zien. Niet alleen zijn ze met hun lichtgelige kleur perfect gecamoufleerd, ze zingen meestal ook vanaf een goed verborgen plek in dicht gebladerte. Een goede kennis van de zang is dus essentieel om een zingende spotvogel te zien.
Wespendief
Als de jongen van alle andere vogels zijn uitgevlogen, zit deze unieke roofvogel dikwijls nog met jongen op zijn nest. En dat heeft alles te maken met zijn uitgesproken voedselvoorkeur: wespen. Die zijn vooral in de zomermaanden actief, dus moet de vogel de geboorte van zijn jongen hierop ‘timen’. Vanop een tak volgt de wespendief voorbijvliegende wespen om de nesten te vinden en ze daarna uit te graven. In slechte wespenjaren schakelt hij over op andere insecten (hommels, kevers), kleine zoogdieren, reptielen, eieren en jongen van vogels. Bij slecht weer vooral kikkers.
Op 1 juni 2019 kon Erik Daems, conservator van het Gravinnenbos, boven het bos een wespendief fotograferen. Of de vogel er ook gebroed heeft, is onduidelijk. Wespendieven verschuilen zich meestal onopvallend in bomen en wanneer ze vliegen, zijn ze bijna geruisloos. Een moeilijk te ontdekken (broed)vogel dus.
Boomvalk
De boomvalk is niet de snelste vogel ter wereld, die eer is weggelegd voor de slechtvalk, wel is hij één van de behendigste. Geen enkele andere vogel jaagt immers zo doeltreffend op zwaluwen. Ook andere vogels van open landschappen en libellen zijn niet veilig voor boomvalken. Die laatste prooi knabbelen ze trouwens in de lucht op.
Begin september zag ere-conservator Fons Bresseleers drie jonge boomvalken in natuurgebied Beemdkant rondvliegen. Een succesvol broedgeval. De kans is groot dat de jongen werden grootgebracht in een oude kraaiennest in een populierenbosje. Boomvalken bouwen zelf geen nest, ze gebruiken oude ekster –of kraaiennesten. Daarom zijn ze vaak te vinden in de buurt van deze algemene vogels. In augustus en september keren ze terug naar hun winterverblijf, tropisch Afrika, om rond mei en juni terug naar onze streken af te zakken.
Huiszwaluw
Vier jaar geleden hing de Vogelwerkgroep van Natuurpunt Schijnbeemden meer dan 20 kunstnesten voor huiszwaluwen onder de gevel van een elektriciteitswinkel aan de Wijnegemsesteenweg in ’s-Gravenwezel. De nesten werden opgehangen tussen een kolonie die op dat moment in verval was. Slechts enkele koppels waren er nog actief.
Begin juli 2019 stelde de Vogelwerkgroep vast dat 14 nesten bezet waren. De meeste huiszwaluwen namen hun intrek in een kunstnest, enkele vogels bouwden zelf een nest. Die vaststelling tekent een duidelijke positieve trend op en de cijfers bewijzen dat het plaatsen van kunstnesten in bestaande kolonies een prima maatregel kan zijn voor de bedreigde huiszwaluw.
Roodborsttapuit
Dat het een goed jaar was voor de roodborsttapuit in ons werkingsgebied, alleszins in vergelijking met vorige jaren, want het kon nauwelijks slechter. In en rond natuurgebied Beemdkant waren er in 2019 twee broedgevallen met uitgevlogen jongen.
Roodborsttapuiten zijn vogels van open tot halfopen terrein met hier en daar wat hoog opschietende kruiden en struweelopslag. Je vindt ze in droge gebieden zoals de heide en duinen, maar evengoed in halfopen boerenland en open moerasgebieden. Ze brengen de winter door in Zuidwest-Europa en Noord-Afrika, maar bij zachte winters overwinteren er ook roodborsttapuiten bij ons, vooral in kleinschalig cultuurlandschap.
Blauwborst
Met zijn felblauwe borst en keel is de blauwborst een lust om naar te kijken. Vanop een opvallende locatie zoals een paaltje of een rietpluim zingt dit exotisch gekleurd vogeltje zijn gevarieerd lied: een snerpende aanvang, gevolgd door heldere tonen bijgemengd met perfecte imitaties van andere soorten.+
Tussen 30 maart en 8 mei 2019 zag en hoorde Johan Meeus een blauwborst in Wommelgem langs een overstromingsbekken op de Diepenbeek. Voor ons werkingsbied is deze zangvogel tegenwoordig een zeldzaamheid. De inrichting van ‘natte natuur’ zoals aan de Diepenbeek en langs de fortloop aan het Fort van Borsbeek, waar de zangvogel een paar jaar geleden ook opdook, bewijst nog maar eens zijn nut. Zulke gebiedjes zijn niet alleen belangrijk als extra waterberging, het zijn tegelijk potentiële broedgebieden voor prachtige soorten zoals de blauwborst.
Vuurgoudhaan
De vuurgoudhaan is in de Schijnvallei altijd eerder een zeldzame verschijning geweest. Dat schrijft wijlen Etienne Van Rooy in zijn boek Avifauna van de Schijnvallei. In 2000 werd een zangpost opgetekend nabij het park van Wijnegem, maar daar bleef het bij. Van broeden geen sprake.
In het late najaar en winter heb je het meeste kans om een vuurgoudhaan te zien. Op 20 november spotten Philip Barbaix en Ivo Rosiers een vuurgoudhaantje in een bosje op de grens van Borsbeek en Morstel. In zijn zoektocht naar eten heeft het vogeltje het vooral gemunt op insecten en spinnen. Bijzonder is dat hij regelmatig ‘bidt’, fladderend stil hangt, bij spinnenwebben en waarbij hij de gevangen insecten of zelfs de spin zelf pakt.
Lees hier deel 1 - Lees hier deel 3
Tekst: Philip Barbaix. Met medewerking van: Marc Gorrens, Johan Meeus, Fons Bresseleers, Peter Baets en Johan Peeters.
Foto 1: Filip De Vos, blauwborst - Foto 2: Johan Meeus, gekraagde roodstaart - Foto 3: Kris Ferdinand, roodborsttapuit - Foto 4: Kris Ferdinand, huiszwaluw - Foto 5: Kris Ferdinand, vuurgoudhaan - Foto 6: Erik Daems, wespendief