De lokale Natuurpunt-afdeling voor 's Gravenwezel, Schilde, Oelegem, Ranst, Wommelgem, Borsbeek, Borgerhout, Deurne en Wijnegem.

2020 in vogelvlucht (deel 2 van 4)

Terug naar lijst

Geplaatst door Natuurpunt Schijnvallei op

Op 16 oktober 2020 vlogen maar liefst 123 buizerds in verschillende ‘bellen’ over de luchthaven van Deurne richting zuiden. Het tafereel is één van de opmerkelijke waarnemingen die vorig jaar door vogelspotters in Schijnbeemden gedaan werden.

In vier delen presenteren we een overzicht van vogelsoorten die ons werkingsgebied in 2020 aandeden. Met filmpjes, foto's en extra duiding gaan we in deel twee verder in op een aantal soorten die gezien werden tijdens de vogeltrek of een winterse zwerftocht.

De waarnemingen komen van leden van de Vogelwerkgroep, van waarnemers op waarnemingen.be, van mensen met een tuin, van wandelaars in de natuurgebieden en parken in het werkingsgebied van Natuurpunt Schijnbeemden en van onze cameravallen.

Niet alleen grote natuurgebieden zijn belangrijk. Ook de kleine, lokale gebieden zoals Het Veer, De Pont, Het Heerenbos, het Fort van Borsbeek, de Beemdkant, het Zevenbergenbos, De Rundvoort, het Gravinnenbos, De Putse Heide zijn belangrijk voor veel vogels en andere wilde dieren. Samen vormen zij een groen lint langs Het Schijn dat als een levensader door onze regio stroomt. De wilde dieren vinden er voedsel, rust- en nestgelegenheid in een jungle van staal en beton.


Gespot op trek of dool

Buizerd

13 oktober 2020. Vogelkenner Koen Leysen van Natuurpunt stuurt een mail naar de tellers die overal verspreid in Vlaanderen de vogeltrektelposten bemannen en bevrouwen. De boodschap: duizenden buizerds zijn in beweging. Het gaat om noordelijke vogels die via Falsterbo in het zuidwesten van Zweden afzakken naar het zuiden. En het weer zit ook mee. Koen voorspelt dat er mooie kansen zijn dat de telposten mee kunnen genieten van spectaculaire buizerdtrek. En dat was niet overdreven.

16 oktober 2020 omstreeks 11.15 uur op de trektelpost Zigeuner, grens Borsbeek/Mortsel. Na een teleurstellende voormiddag met weinig trek zagen Erik Daems en Philip Barbaix plots een aantal opschroevende buizerds boven de luchthaven van Deurne. De thermiekbel zwol op een paar minuten tijd aan tot zo’n 20 roofvogels die vanaf een bepaalde hoogte naar het zuiden afgleden. Ondertussen verscheen een tweede bel, een derde, een vierde, enz. Rond 12.30 uur was het spektakel afgelopen, in totaal trokken zo’n 123 buizerds over de luchthaven van Deurne richting zuiden. Indrukwekkend, maar klein bier in vergelijking met wat zich enkele dagen eerder afspeelde in Averbode Bos en Heide. Vanop de gelijknamige telpost werden maar liefst 778 overtrekkende buizerds geteld. Een on-Belgisch tafereel en goed voor een nieuw dagrecord.

Aalscholver

De aalscholver heeft het in het verleden hard moeten verduren. Door de eeuwen heen werd de soort sterk vervolgd. Ook de verslechterde waterkwaliteit speelde de vogels parten. Het heeft zelfs niet veel gescheeld of de soort was lokaal uitgestorven. Gelukkig zijn er nog de Nederlanders. Dankzij allerlei beschermingsacties is de soort er terug bovenop gekomen. Vanuit Nederland vond de vogel de weg terug naar onze streken en ondertussen is ook hier de waterkwaliteit verbeterd. Eén van de dichtstbijzijnde kolonies vind je in Broek De Naeyer in Klein-Willebroek. Met 100 nesten één van de grootste kolonies in Vlaanderen.

Tijdens de jaarlijkse vogeltrek zijn aalscholvers ook van de partij. Het gaat dan vooral om vogels uit West-Europa die zich verspreiden of zuid tot zuidwestwaarts trekken naar open meren of kustgebieden, helemaal tot aan Tunesië. Vanop de trektelpost Zigeuner werden af en toe overtrekkende groepjes aalscholvers gezien, maar op 3 november 2020 was het aalscholvers troef! Maar liefst 626 exemplaren trokken in vier grote groepen over de luchthaven van Deurne. Een indrukwekkend schouwspel.

Koperwiek

De koperwiek is een lijsterachtige met koperrode 'oksels'. Het zijn karakteristieke broedvogels van de naaldbossen van Scandinavië. Bij ons zijn koperwieken typische wintergasten, te zien van oktober tot maart. In het najaar best te spotten in de buurt van besdragende struiken zoals meidoorn.

Wie tijdens het vogeltrekseizoen af en toe naar boven kijkt, heeft veel kans om overtrekkende koperwieken te zien. Ze vliegen bijna altijd in groep, zowel overdag als ’s nachts, vaak met een scherpe “psrieee…” vluchtroep. Maar wie op 13 oktober 2020 naar boven keek, die kon ze echt niet missen. Een vloedgolf van koperwieken overspoelde het land. Vaak vergezeld van groepjes kramsvogels en veldleeuweriken. Om een idee te geven van de aantallen: op de telpost van Kalmthoutse heide werden die dag maar liefst 20.741 koperwieken geteld.

Bekijk hier een filmpje

Ooievaar

Nog een record in vogeltrekland is weggelegd voor de ooievaar. Op 31 augustus 2020 werden in Vlaanderen zowat overal recordaantallen genoteerd. Op de trektelpost van Zandhoven Heikant kwamen de tellers aan 412 zuidwest overtrekkende ooievaars. Naar Vlaamse normen indrukwekkend, maar als je kijkt naar Europese telpostrecords, dan is dat aantal eerder relatief. Op 26 augustus 2003 werden in Bourgas, een stadje in Bulgarije diep in het oosten van Europa tegen de Zwarte Zee, maar liefst 58.126 exemplaren opgetekend.

Toch trekken niet alle ooievaars naar het zuiden. In de winter van 2019 bleven er zo’n 60tal in Vlaanderen plakken. Samen waren ze goed voor bijna een derde van de Vlaamse broedpopulatie. Tijdens de derde wintertelling van ooievaars in Vlaanderen op 16 en 17 januari 2021 werden minstens 91 exemplaren geteld. De meesten daarvan hingen rond nabij de bekende broedplaatsen. Het Zwin en Planckendael, de twee grootste broedplaatsen van Vlaanderen, waren samen goed voor 46% van het totale aantal. Opmerkelijk was ook dat zo’n 12 ooievaars gespot werden in de buurt van een afvalverwerkend bedrijf in de Gentse Kanaalzone. Het aantal overwinteraars lijkt lichtjes toe te nemen. Mogelijk is deze lichte stijging een rechtstreeks gevolg van het feit dat ook de Vlaamse broedpopulatie langzaam groter wordt.

Bekijk hier een filmpje

Rietzanger

De rietzanger is een vogel van rietlanden en andere oevervegetaties en bouwt zijn nest meestal in landriet. Ze laten zich redelijk goed zien tijdens de zang, een concert vol imitaties van andere vogels, maar altijd herkenbaar aan het krassende karakter. De mannetjes klimmen tot in de top van een rietstengel en dalen na een korte zangvlucht als een parachuutje weer neer.

Vanaf begin augustus trekken rietzangers naar hun overwinteringsgebied ten zuiden van de Sahara. Dat zo’n tocht van duizenden kilometers niet zonder gevaar is, werd duidelijk in Wommelgem. Op 31 juli 2020 vond vogelliefhebber Herman Meeus een dode rietzanger in de Draaiboomstraat. Vermoedelijk is de vogel slachtoffer geworden van het verkeer.

Beflijster

De beflijster is een schaarse doortrekker die sterk op een merel lijkt, maar met een witte borstband. De broedgebieden liggen in Scandinavië, Schotland, Wales en berggebieden in Zuid- en Centraal-Europa. Tijdens de voorjaarstrek heb je dan ook de grootste kans om een beflijster te zien.

Op doortrek zijn ze te vinden in allerlei graslanden, bosranden, heide en duinen, met voldoende beschutting en voldoende eten in de vorm van bodemdieren. Zelden worden ze aangetroffen in parken en tuinen. Toch spotte Herman Meeus op 15 april 2020 een vrouwtje beflijster in zijn tuin. Af en toe moet je ook wat geluk hebben.

Kwartel

De kwartel is een zeer kleine hoender en de enige trekvogel uit die familie. Je krijgt ze vooral te horen, zien doe je ze bijna nooit. Vooral op zwoele zomeravonden weerklinkt hun typische roep vanuit het broedgebied: droge graslanden en (graan)akkers met lage gewassen en onkruiden.

En daar wringt het schoentje voor de kwartel in onze streken. De broedgebieden staan onder druk en op Europees vlak heeft de soort ook te lijden van jacht en gebruik van pesticiden. Op 1 juni 2020 hoorde Johan Meeus vanuit zijn tuin in Wommelgem bijna de hele dag een kwartel roepen. Het leek wel of de vogel met zijn voeten aan het spelen was, want telkens Johan klaar stond om het geluid op te nemen, stopte het kwarteltje met roepen. Geluk en pech hebben tegelijk, het is allemaal mogelijk in vogelland.

Wielewaal

Het geluid van de wielewaal is bekender dan de vogel zelf. Ondanks hun opvallend uiterlijk, vooral dan de mannetjes met hun gele kleur en met zwarte vleugels en staart, zijn ze uiterst moeilijk te zien. Dikwijls als een schicht en dat komt voornamelijk omdat ze zich hoog in de boomtoppen verborgen houden.

Gelukkig vallen de vogels wel op met hun zang. Op 10 mei 2020 hoorde Johan Meeus het typische wielewaalgejodel weerklinken in het park van Wijnegem. Of er een broedgeval geweest is, is erg onwaarschijnlijk. Na deze waarneming volgden immers geen nieuwe. Bovendien zijn wielewalen in onze streken eerder zeldzaam. Op de Vlaamse Rode Lijst van broedvogels staan ze in categorie 2: bedreigd.

Wijlen Etienne Van Rooy noteerde in zijn levenswerk Avifauna van de Schijnvallei het volgende over de wielewaal. “Tot 1966 was hij nog algemeen en aanwezig in alle grote boscomplexen. Vanaf 1967 werd door Marcel Couwels voor het eerst opgemerkt dat de wielewaal op de terugweg was. In 1997 waren er nog steeds meerdere koppels, maar in 2004 en 2005 werd nog enkel een territoriumhoudend mannetje vastgesteld bij Iepenburg te ’s Gravenwezel.”

 

Foto's: Buizerd: Kris Ferdinand / Aalscholver: Walter Dellafaille / Koperwiek: Kris Ferdinand / Ooievaar: Walter Dellafaille / Rietzanger: Kris Ferdinand / Wielewaal: Kris Ferdinand.

Filmpjes: Marc Gorrens

Tekst: Philip Barbaix in naam van Vogelwerkgroep Schijnbeemden