De lokale Natuurpunt-afdeling voor 's Gravenwezel, Schilde, Oelegem, Ranst, Wommelgem, Borsbeek, Borgerhout, Deurne en Wijnegem.

2020 in vogelvlucht (deel 3 van 4)

Terug naar lijst

Geplaatst door Natuurpunt Schijnvallei op

Met maar liefst 14 zangposten is de bosrietzanger aan een sterke opmars bezig in natuurgebied Beemdkant. De zangvogel is één van de vele soorten die naar onze contreien afzakt om voor nakomelingen te zorgen. 

In vier delen presenteren we een overzicht van vogelsoorten die ons werkingsgebied in 2020 aandeden. Met filmpjes, foto's en extra duiding kom je in deel drie meer te weten over een aantal broedvogels in onze streken.

De waarnemingen komen van leden van de Vogelwerkgroep, van waarnemers op waarnemingen.be, van mensen met een tuin, van wandelaars in de natuurgebieden en parken in het werkingsgebied van Natuurpunt Schijnbeemden en van onze cameravallen.

Niet alleen grote natuurgebieden zijn belangrijk. Ook de kleine, lokale gebieden zoals Het Veer, De Pont, Het Heerenbos, het Fort van Borsbeek, de Beemdkant, het Zevenbergenbos, De Rundvoort, het Gravinnenbos, De Putse Heide zijn belangrijk voor veel vogels en andere wilde dieren. Samen vormen zij een groen lint langs Het Schijn dat als een levensader door onze regio stroomt. De wilde dieren vinden er voedsel, rust- en nestgelegenheid in een jungle van staal en beton.

 

(Vermeende) broedgevallen en territoria

Grauwe vliegenvanger

Er zijn nog vogelsoorten die sterk achteruit zijn gegaan en toch niet op de huidige Vlaamse Rode Lijst van broedvogels staan. De grauwe vliegenvanger is er zo eentje. Anderzijds wordt de soort makkelijk over het hoofd gezien. Het grijsbruine vederkleed is niet erg opvallend en ook de zang en de roep is op zijn zachtst gezegd niet expliciet te noemen.

Het gedrag van de vogel is dan weer wel onderscheidend. Vanaf één of meerdere vaste uitkijkposten maken ze korte, snelle vluchten achter vliegende insecten, die vaak in de lucht gevangen worden of van bladeren worden afgepikt. In natuurgebied Gravinnenbos kon Marc Gorrens op 29 mei 2020 zo’n jagend exemplaar spotten. 

Bekijk hier een filmpje

Kleine plevier 

De kleine plevier is een echte pionier. De vogel vestigt zich snel op plekken die tijdelijk geschikt zijn om te broeden zoals afgravingen, oevers van plasjes en gebieden die opgespoten werden. Steeds op kale of zeer schaars begroeide grond, vaak met wat (zoet) water, waar het vogeltje jaagt op insecten volgens typische plevierenwijze: lopen-stoppen-pikken.

Op 10 juli 2020 kon Marc Gorrens een geslaagd broedgeval optekenen in het Vrieselhof in Oelegem. Twee adulte vogels brachten er twee jongen groot. Als alles volgens plan verlopen is, zijn de vogels enkele maanden later vertrokken voor een lange tocht richting Afrika die ze meestal ’s nachts afleggen in korte etappes. Vanaf maart en april keren kleine plevieren terug naar onze contreien en gaan ze opnieuw op zoek naar een geschikt pioniersgebied.

Bekijk hier een filmpje

Sprinkhaanzanger

Een wekkertje dat afgaat of een aanhoudend rinkelend geluid van een sprinkhaan. Daarmee kan je de zang van de sprinkhaanzanger vergelijken. Net zoals een sprinkhaan is ook een sprinkhaanzanger niet eenvoudig te ontdekken, ze houden er niet van om uit de dekking van de riet- en ruigtevegetatie te komen.

De vogel voelt zich thuis in natte ruigtes en broedt vanaf half mei tot midden juli. Het nest is een dik kommetje van grassen en bladeren dat op of vlak boven de grond wordt gebouwd in de dichte vegetatie. Een biotoop dat in natuurgebied Beemdkant ruimschoots aanwezig is. Op 5 juli 2020 hoorde natuurliefhebber Wim Jacobs er een wekkertje afgaan, Wim kon het typische geluid opnemen, maar kreeg de sprinkhaanzanger helaas niet te zien.

Wijlen Etienne Van Rooy beschreef de aanwezigheid van de sprinkhaanzanger in zijn levenswerk Avifauna van de Schijnvallei als marginaal. In 1954 waren er tussen Schilde en Oelegem zo’ 6 zangposten. Tijdens de broedvogelinventarisatie in 2002 werd welgeteld één zangpost genoteerd in een verland rietveld. Twee jaar later bleken territoriumhoudende vogels totaal afwezig. 

Luister hier naar de sprinkhaanzanger

Spotvogel

De spotvogel dankt zijn naam aan zijn snelle, langgerekte en gevarieerde zang, doorspekt met imitaties van andere soorten. Hij ‘spot’ eigenlijk dus een beetje met zijn collega’s. Een algemene verschijning is hij zeker niet in ons werkingsgebied, want afgelopen jaar werd de vogel maar enkele keren op waarnemingen.be ingegeven.

Net zoals vorig jaar dook aan het Fort van Borsbeek een spotvogel op. Ondanks de opvallende, luide zang zijn ze soms moeilijk te zien. Niet alleen zijn spotvogels met hun lichtgelige kleur perfect gecamoufleerd, ze zingen meestal ook vanaf een goed verborgen plek in het dicht gebladerte. Een goede kennis van de zang is dus essentieel om een zingende spotvogel te spotten. 

Boomvalk

De boomvalk is één van de behendigste roofvogels ter wereld. Geen enkele andere vogel jaagt zo doeltreffend op zwaluwen. Ook andere vogels van open landschappen en libellen zijn niet veilig voor boomvalken. Die laatste prooi knabbelen ze trouwens in de lucht op.

Net zoals vorig jaar broedde de soort met succes in natuurgebied Beemdkant. Zeker drie jonge vogels vlogen er tot laat in de zomer rond. De kans is groot dat de jongen werden grootgebracht in een oude kraaiennest in een populierenbosje. Boomvalken bouwen zelf geen nest, ze gebruiken oude ekster –of kraaiennesten. Daarom zijn ze vaak te vinden in de buurt van deze vogels. In augustus en september keren boomvalken terug naar hun winterverblijf in tropisch Afrika. Vanaf mei zakken ze terug af naar onze streken en gaan ze op zoek naar een oude kraaiennest.

Appelvink

De clown onder de vinken. Met haar dikke, oranje kop en grijze stierennek oogt de appelvink wat clownesk. Vooral de stevige, kegelvormige snavel springt in het oog, een werkinstrument waarmee volwassen appelvinken een kracht van 50 kg kunnen uitoefenen, voldoende om kersenpitten te kraken. Ondanks het kleurrijk verenkleed zijn appelvinken moeilijk te zien. Ze gedragen zich stilletjes, vaak hoog in dichte boomkruinen, en houden contact met elkaar door onbeduidende roepjes. Ook de zang is uiterst subtiel.

In Vlaanderen is de appelvink een schaarse en plaatselijke broedvogel van bosrijke streken. Vooral eiken en fruitbomen zijn gegeerd als broedplek. Op 17 april 2020 spotte Marc Gorrens twee volwassen appelvinken in het bos van Ranst. Marc slaagde erin één van de vogels te filmen met zijn supercamera.

Bekijk hier het filmpje

Torenvalk

Eén van de verliezers afgelopen jaar in natuurgebied Beemdkant was de torenvalk. Al 20 jaar lang broedt deze soort in een nestkast van de vogelwerkgroep in het midden van het natuurgebied, maar in 2020 liep het mis. Er werden jongen gezien, maar ze zijn nooit uitgevlogen en verdwenen spoorloos. Ook één van de ouders was nergens meer te bespeuren.

Gelukkig zijn er nog andere plekken waar deze biddende roofvogel voor nakomelingen kan zorgen. Meestal gebeurt dat in de natuur, maar soms ook op plekken waar je dat niet meteen zou verwachten. Zoals in de stedelijke basisschool Het Baronneke in Deurne bijvoorbeeld. Daar bracht een koppel torenvalken drie jongen groot.

Bosrietzanger

De absolute winnaar in natuurgebied Beemdkant in 2020 is de bosrietzanger. In 2018 noteerde ereconservator Fons Bresseleers er 6 zangposten. Afgelopen jaar telde Fons er maar liefst 14. 

Als één van de laatste zomervogels arriveert de bosrietzanger vanaf half mei uit de Oost-Afrikaanse overwinteringsgebieden. En de soort trekt ook als één van de eerste weer weg. Nog interessant is dat bosrietzangers met 65% het hoogste broedsucces hebben van alle zangvogels. Net zoals de spotvogel imiteert de bosrietzanger soortgenoten. Uit onderzoek is gebleken dat dat vooral Afrikaanse vogelsoorten zijn, waarvan ze de zang hebben opgepikt tijdens hun eerste overwintering. En zo klinkt de Beemdkant in het voorjaar ook een beetje Afrikaans.

Nachtegaal

In en rond het Fort van Borsbeek kan je ze niet missen. Elk jaar weerklinkt vanuit het dichte struikgewas de fabelachtige zang van de nachtegaal. De vogels horen is niet moeilijk, ze te zien krijgen is een ander paar mouwen. In tegenstelling tot hun uitbundige zang hebben nachtegalen een subtiel kleed met warmbruine bovendelen en een grijsbruine onderzijde. Dat maakt dat ze perfect gecamoufleerd zijn.

In Fort III en nabije omgeving noteren waarnemers elk jaar zo’n drie à vier zangposten. In 2020 waren dat er beduidend meer. Niet minder dan 8 territoria werden opgetekend. Ook in natuurgebied Beemdkant waren er dat jaar twee of drie territoria. Goed nieuws als je bedenkt dat de nachtegaal al een tijdje als kwetsbaar aangeduid staat op de Vlaamse Rode Lijst van broedvogels.

Havik

De havik is een absolute toppredator. Duiven, lijsters, spreeuwen, eksters, gaaien… ze staan allemaal op het menu van deze geduchte jager. Ook zoogdieren tot de grootte van een konijn en zelfs roofvogels zoals sperwer en ransuil zijn maar beter op hun hoede. Soms wordt de vogel ook gespot terwijl hij eenden verdrinkt vooraleer hen uit het water te slepen.

Net als vorig jaar nestte er een koppel haviken in het Gravinnenbos, alleen niet op dezelfde plek. Toen conservators Erik Daems en Paul Reyntiens een werkdag in het natuurgebied wilden voorbereiden, merkten ze vlakbij de werfkeet enkele roofvogels in een naaldboom op. Het bleken juveniele haviken. De werkdag werd verplaatst naar een later moment zodat de jonge vogels in alle rust konden uitvliegen.

Kuifmees

De kuifmees is misschien wel de meest interessante uit de mezenfamilie. De verspreiding van de soort is vrijwel beperkt tot Europa, dat komt niet veel voor in de vogelwereld. En wat te zeggen van de prachtige kuif die nog verder wordt opgezet als de vogels opgewonden zijn. 

Je vindt kuifmezen uitsluitend in naaldbossen met veel dennen, waar ze op zoek gaan naar dode berkenbomen om een nestholte uit te hakken. Voorwaarde is dat het hout zacht genoeg moet zijn, want kuifmezen hebben in tegenstelling tot spechten geen ingebouwde schokdempers in de kop die de hakschokken kunnen opvangen. Dat kuifmezen zich in het Gravinnenbos thuis voelen, zag Marc Gorrens op 31 mei 2020. Op nog geen 20 meter van de werfkeet spotte Marc er een nest.

Bekijk hier een filmpje

IJsvogel

Een azuurblauwe flits en een fluitende roep: zo kondigt een ijsvogel zich vaak aan. Het gaat goed met deze prachtige verschijning. De zachte winters zijn een zegen voor de ijsvogel, want hierdoor blijven de waters ijsvrij en kan de ijsvogel elke dag een visje vangen.

Enkele jaren geleden werd een ijsvogelwand opgetrokken op een strategische locatie aan de oever van Het Schijn in natuurgebied Beemdkant. Toen vrijwilligers van de vogelwerkgroep in de zomer van 2020 de aarden wal vrijzetten van planten, merkten ze een aantal nesttunnels op. Uit één van de tunnels kwam een zwakke visgeur. Het bewijs dat de ijsvogel de wand gebruikt om voor nakomelingen te zorgen.

Patrijs

De patrijs is ongetwijfeld één van de stakkers van de akkers. Deze akkervogel wordt nog altijd als vrij algemeen beschouwd in Vlaanderen, terwijl veldwaarnemingen er al jaren op wijzen dat de soort sterk achteruit boert. Enerzijds staat de patrijs als kwetsbaar genoteerd op de Vlaamse Rode Lijst van broedvogels, anderzijds mag er ondanks die status nog altijd op patrijzen gejaagd worden. Het gaat zelfs nog verder, sommige jagers kweken patrijzen om ze nadien los te laten en erop te jagen. Dat gebeurde vorig jaar in het West-Vlaamse polderdorp De Moeren, waar de natuurinspectie illegaal gekweekte patrijzen vond.

Naast de jacht is de grootste vijand van de patrijs de schaalvergroting in de landbouw. Er is geen plek meer in het akkerlandschap voor ruige dijken, slootranden, bloemrijke wegbermen en houtwallen. Volwassen patrijzen eten vooral plantaardig voedsel en zouden in principe nog hun mannetje kunnen staan, de kuikens daarentegen zijn volledig afhankelijk van insecten. En die zijn nauwelijks aanwezig in het platgespoten akkerlandschap. Het is dan ook een wonder dat er af en toe nog patrijzen met jongen opduiken. Op 27 juli 2020 zag Wim Jacobs twee volwassen vogels met hun kroost van 7 kuikens langs een veldweg in Ranst.

 

Foto’s: Bosrietzanger: Johan Meeus / Kleine plevier: Walter Dellafaille / Sprinkhaanzanger: Filip De Vos / Spotvogel: Walter Dellafaille / Appelvink: Lode Rubberecht / Torenvalk: Kris Ferdinand / Grauwe vliegenvanger: Kris Ferdinand / Nachtegaal: Filip De Vos / Havik: Paul Reyntiens / Kuifmees: Lode Rubberecht / IJsvogel: Walter Dellafaille / Patrijs: Johan Meeus.

Filmpjes: Marc Gorrens

Tekst: Philip Barbaix in naam van Vogelwerkgroep Schijnbeemden