De lokale Natuurpunt-afdeling voor 's Gravenwezel, Schilde, Oelegem, Ranst, Wommelgem, Borsbeek, Borgerhout, Deurne en Wijnegem.

Nestkastactie in Gravinnenbos is groot succes

Terug naar lijst

Geplaatst door Natuurpunt Schijnvallei op

In het vroege voorjaar hing de Vogelwerkgroep van Natuurpunt Schijnbeemden 13 nestkasten in het natuurreservaat Gravinnenbos in Schilde. Alle kasten werden vakkundig in mekaar getimmerd door vrijwilliger en ‘beheerteamingenieur’ Bruno Liégeois.

Aanleiding voor de actie was de grote aanwezigheid van eikenprocessierupsen in het voorjaar en de zomer van vorig jaar. Het is bewezen dat verschillende vogelsoorten waaronder kool- en pimpelmezen de rupsen graag eten en zo als natuurlijke bestrijders optreden. Tijdens het broedseizoen in mei volgde een éénmalige controle van de nestkasten en het resultaat mag er zijn.

 

13 op 13

Na de controle bleek dat alle nestkasten bezet waren. Drie vogelsoorten namen er hun intrek: 8 pimpelmezen, 3 koolmezen en als toemaatje 2 bonte vliegenvangers, een zeldzame soort in onze streken. Sommige vogels hadden nog kleine jongen terwijl de jongen van andere vogels al bijna klaar waren om uit te vliegen. Alle jongen verkeerden in goede gezondheid.

Na het broedseizoen worden de nestkasten gepoetst en ontsmet, zodat ze volgend jaar opnieuw bewoners kunnen ontvangen. Het nestkastenonderzoek toonde ook aan dat er in het Gravinnenbos een tekort is aan geschikte broedholen.

 

Over eikenprocessierupsen en hun vijanden

Tijdens de nestkastcontrole werd geen enkele haard van de vervelende eikenprocessierupsen vastgesteld, maar in de weken daarop veranderde dat. Conservator Erik Daems ontdekte verschillende nestzakken, vaak hoog in de boomkruin. De vrees bestond dat de rupsen nestkastjes zouden inpalmen, maar dat is gelukkig niet gebeurd.

De eitjes van de eikenprocessievlinders komen uit vanaf april en mei op het moment dat eiken knoppen en bladeren ontwikkelen, het voedsel voor de rupsen. Alle rupsen in een eipakket komen tegelijkertijd uit en ontwikkelen zich in hetzelfde tempo. De enige vorm van verdediging tegen vijanden zijn hun brandharen die ook voor de mens een potentieel gevaar kunnen zijn. Een rups in het laatste vervellingsstadium kan zelfs tot 700.000 brandharen bevatten. De haartjes kunnen trouwens nog tot enkele jaren nadien voor irritatie zorgen. Vanaf juli is het gevaar meestal geweken en trekken de rupsen zich terug om te verpoppen.

De meeste vogels mijden de rupsen, maar er zijn enkele soorten die ze graag lusten. De koolmees bijvoorbeeld doet dat op een bijzondere manier. De vogel slaat een buitgemaakte rups eerst een paar keer tegen een boom zodat de meeste brandharen van de rups valllen. De koekoek is zelfs een specialist in het eten van harige, giftige rupsen. De maag van de vogel heeft een verstevigde wand die het spijsverteringsstelsel beschermt. In tegenstelling tot de koolmees eet de koekoek de haren mee op en scheidt de vogel ze later met een braakbal opnieuw uit. Daarnaast worden eikenprocessierupsen ook gesmaakt door pimpelmezen, spreeuwen, boomklevers en kauwen. Allemaal holenbroeders die de overlast op een natuurlijke manier kunnen indijken.

 

Bonte vliegenvanger

De Vogelwerkgroep had stilletjes gehoopt dat de nestkasten ook een bonte vliegenvanger zou aantrekken. Uiteindelijk lieten twee koppels zich verleiden. 

In onze streken zijn bonte vliegenvangers een eerder zeldzame verschijning. De vogels overwinteren in tropisch West-Afrika en komen traditioneel wat later in het broedseizoen aan. Al lijkt de soort de laatste jaren vroeger terug te keren uit hun overwinteringskwartier. De reden hiervoor is de vroegere rupsenpiek veroorzaakt door de klimaatverandering en belangrijk als voedsel voor de jongen.

Bonte vliegenvangers broeden vaak in nestkasten, maar ook wel in boomholten. Ze worden meestal aangetroffen in halfopen loof- en gemengde bossen met een gevarieerde structuur met voldoende insecten. Hun aanwezigheid in het Gravinnenbos toont nog maar eens aan hoe waardevol het natuurreservaat is.

Bekijk hier een filmpje

 

Over het Gravinnenbos

Het Gravinnenbos is één van de meest recente aankopen. Een definitief beheerplan is daarom nog in de maak. Waarnemingen wezen alvast uit dat het bos echte topnatuur herbergt. Zeldzame planten zoals gagel, dat tegenwoordig gebruikt wordt als smaakstof voor het biobier Gageleer. Verschillende roofvogelsoorten waaronder havik, zeldzame vlinders zoals het bont dikkopje, reptielen zoals levendbarende hagedis en hazelworm en zeldzame mossen en zwammen waaronder het gemarmerd vingermos en de fraaie spinnendoder.

Omwille van die kwetsbare natuur is het bos niet toegankelijk. In het definitieve beheerplan wordt wel bekeken of er in de toekomst speciale geleide rondleidingen kunnen plaatsvinden. Hierdoor wordt het evenwicht bewaard tussen toegankelijkheid en het behoud van kwetsbare natuurwaarden. Zo kan iedereen die dat wenst kennismaken met een uniek stukje natuur.

 

Tekst: Philip Barbaix, Erik Daems en Fons Bresseleers